Gisteren een goeie dag gehad, echt een heerlijke dag waarin we veel gereden en gezien hebben. Het is the day after en ik merk aan alles dat we gisteren geen gewone dag hebben gehad maar wat lekker en dus neem ik de ongemakken van vandaag op de koop toe. In het altijd mooie Friesland en Groningen zijn we geweest en als je dan op een betonnen kade bij een paar bootjes aan de grens van Nederland en Duitsland over de Dollard uitkijkt, dan is mijmeren niet ver weg. Met je kop in de wind, want die stond er aangenaam, heerlijk. Uitkijkend over het wad wat hier de Dollard heet was echt heel erg fijn, en de moeite/energie waard. Ook nog bij het Lauwersmeer geweest, Lauwersoog heet het dan; waar de boot naar Schiermonnikoog vertrekt. Daarnaast ligt een enorm militair oefenterrein waar je in het weekend mag wandelen. Het andere Klinkertje had nog een reden om hier naar toe te willen; het op de foto zetten van eerder deze week waargenomen schildraaf, welke helaas al vertrokken was. Gelukkig was er nog wel een roodmus in het gebied en die heeft ze mooi op de foto gekregen. Je ziet dat er weinig activiteit is want de vegetatie is ook anders en, ik heb er geen verstand van, dat was reden te meer om hier te zijn. Op de heenreis zijn we eerst een flink stuk opgeschoten door de snelweg te pakken, geheel tegen onze vroegere gewoontes in maar nu lijkt dat het best om te doen. Daarna veel de kleine wegen gereden en wat een land hebben we toch. Groots en meeslepend grote vlaktes waaraan geen einde lijkt te komen en dat geldt ook voor sommige van zijn wegen. Een paar keer denkend aan Ede Staal en de tekst van Mien Hogeland, maar tijdens de rit kom ik niet op de dorpen waar hij over zingt. Nu, de dag erna, de tekst lezend van zijn lied lees ik een aantal bekende namen , dorpen die we gisteren zijn gepasseerd; rondwegen zijn er niet veel; alle verkeer gaat nog door de dorpen. We rijden verder en komen aan in Nieuwe Statenzijl, waar Ede Staal ook nog gewoond heeft; in 1 van de 5 huizen die er staan. Bijzonder. Terugrijdend door Groningen belandt ik twee keer per ongeluk in Duitsland, zodra de aan de andere kant van de grens opgestelde windmolens te dichtbij komen bekruipt mij al het gevoel; Sie verlassen den Niederlanden; Wilkommen in Deutschland. Het andere Klinkertje is niet gecharmeerd en na een weg van zo’n vijf kilometer te hebben gereden die leek te zijn gemaakt voor het testcircuit van VW , waar de vering getest wordt ( en niets meer over Belgen hè) geef ik TomTom de opdracht zo snel als mogelijk Nederland op te zoeken, hetgeen lukt. Verder rijdend door het Groningse land, in al zijn weidsheid, verzucht het andere Klinkertje; het zijn jouw roots hoor. Wat ik dan ook maar zonder morren accepteer.