In de afgelopen weken veel gewandeld in het Eerbeekse en zo ook deze ochtend. Een lekkere wandeling, fijn weer; niet te warm en niet te koud. Door de oude buurt lopen is wat ik bijna elke keer wel doe en deze keer achterlangs gelopen. In de brandgang waar mijn ouders gewoond hebben, en wat is het daar verandert. Het is er bepaald niet mooier op geworden. Ondanks dat de oude garage van mijn vader is afgebroken en ze er een soort vakken met begraafplaatsgrind in gemaakt hebben blijft het totaal een wat treurige indruk geven. Een van de laatste oorspronkelijke bewoners uit de straat is inmiddels vertrokken zie ik aan het leegstaande huis als ik er achterlangs loop. Dan verder naar wat ik eerder al omschreven heb als de omgeving Kiers Bult. Ik loop door en kom langs de voormalige stort aan de Doonweg die er ook al niet mooier op geworden is en het lijkt alsof ze de tien/vijftien meter hoge bult met aan scheermes van alle begroeiing hebben ontdaan. Bijna glad geschoren ziet het eruit. Nodig om de werking van een nog steeds niet goed werkend zonnefolie meer kans te geven begrijp ik uit de wandelgangen. De schaduwwerking van de aanwezige bomen en andere begroeiing zou misschien de matige werking van het folie verklaren en om dat te bewijzen hebben we de boel maar glad geschoren, jammer toch weer en langs de stort lopend zie ik op het eind twee enorme bulten met houtsnippers wat tegenwoordig biomassa heet. Nu is Eerbeek niet uniek in de buitengewoon grote uitdunningsoperatie die in Nederland wordt uitgevoerd op dit moment, en zelfs niet allen in Nederland merkten we onlangs nog op tijdens een ritje door Duitsland. Waar je komt, echt overal is het uitdunningsvirus aan het werk. Het kan mij niet de neiging onderdrukken om te veronderstellen dat het allemaal heel veel geld oplevert, anders deden ze het niet. Er worden allerlei excuses voor bedacht; beter bodemleven, oude bomen, zieke bomen en ga zo maar door. Het is niet dat ik een bomenknuffelaar ben maar de grootsheid waarmee nu echt overal waar je komt gekapt wordt kan niet anders zijn als een manier om geld te verdienen. Als dat de reden zou zijn voel ik bijna veel voor om een bomenknuffelaar te worden. De oorsprong is vermoedelijk de wens om groene stroom te kunnen leveren, tegen een hogere kostprijs, een aanzuigende werking heeft. Er moet bijgestookt worden met biomassa en dat is in Nederland vooral restproduct van houtkap, of, als het geen kostbaar hout is, de bomen zelf die de in de fik gaan om groene stroom te leveren. Het doet me wel een beetje denken aan de enorme kap in de tropen om palmolie plantages te kunnen aanleggen die de geleverde palmolie vervolgens als groen product terugkomt naar ons om te dienen als brandstof voor elektriciteit centrales die de stroom dan als groen kunnen verkopen; hoe krom kan je het hebben. Op Nederlandse schaal blijkt dat het bomenbestand wel enorm achteruit gaat en dat komt door een wet die sinds een aantal jaren geldt en die de herplantplicht voor uit de wet heeft gehaald, of beter; die plicht is er niet meer in opgenomen. Het kappen van bomen om bovenstaande redenen lijkt een vorm van winstbejag te worden en dat is buitengewoon jammer. Dat Natuurmonumenten, de provinciale landschaphoeders als Drents Landschap of zoals bij ons Gelders Landschap, Staatbosbeheer en daaropvolgend allerlei stichtingen en particulieren hun begroting dan wel spaarrekeningen hiermee willen aanvullen is begrijpelijk. Zeker van de maatschappelijk georiënteerde bedrijven als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer is het te begrijpen, teruglopende subsidies en inkomsten maken dat er gegrepen wordt naar andere inkomsten. Jammer is dat te constateren; en dat op een dag waar de regering bekend maakt dat het overschot dit jaar dubbel zo hoog uitvalt; in plaats van vijf en een half miljard is het overschot opgelopen naar elf miljard. Het is daarmee, nog meer dan anders, een kwestie van politieke keuzes geworden.