Langzaam begin ik te wennen aan mijn mooie nieuwe machine, de eimac. Ondanks de ervaring op de eipad en de eifoon is het werken met deze machine toch nog weer net anders. op de eipad hoef je geen programma’s te installeren maar je installeert de programma’s door het gebruik van app’s. Op de eimac moet je echt programma’s installeren en daarvoor leek tot nu toe geen recept. Langzaam begin ik door te krijgen dat het slepen met de icoontjes en de verbindingen ertussen eigenlijk ook redelijk eenvoudig is. Ja hoor ik u al denken; alles wat je weet is tamelijk eenvoudig. Tot op zekere hoogte is dat zo maar er zijn dingen die je weet, die je kent of die je geleerd hebt die nooit makkelijk worden, dat kan ik u beloven. Op de eimac begint het mysterieuze gehalte van de machine wat terug te lopen en daar ben ik blij om. Anders blijft de noodzaak om telkens allerlei hulpbronnen aan te boren. Die weten wel maar hebben niet altijd mogelijkheid om de kunde ook over te brengen aan dit brein. Hetgeen hen overigens niet te verwijten valt maar het blijft een merkwaardig gevoel. Ineens ben ik van redelijk op de hoogte zijnde verworden tot een eimac digibeet. Mijn weg zoekende en dat is soms frustrerend maar soms ook erg leuk ( als het lukt tenminste). Wat wel op begint te vallen is de strijd tussen de imperia van de appel en de vensters.
Waar je met een gewoon agenda en mailprogramma goed bedient wordt kan hij ineens niet meer de agenda tussen de verschillende apparaten beheersen. Dat is toch vervelend maar meldt de een aan de ander; deze functionaliteit is niet meer opgenomen. Het kost je wat als je dat wil repareren, of je dat nu bij de appelmensen doet of bij de venstermensen.
Voorlopig kies ik de goedkoopste oplossing en wacht, wat dat betreft, op betere tijden.