Al weer even geleden mijn gal gespuugd over voetbalclubs en omdat het gelukkig nu even rustig is op dat gebied. Geen gal spugen hierover. Zelfs over Trump, een geliefd onderwerp het laatste half jaar, geen gal want we beginnen eraan te wennen. Aan het geblaaskaak van de man lig ik al niet meer wakker en ook over zijn manier van handel(en) geen woord meer. Het wordt, erg genoeg, gewoon. Aan alles wen je en ook aan dit type mensen, goed of niet goed, op den duur wordt het gewoon. De laatste tijd, door toeval, een paar keer weer gepraat met verschillende mensen over Zwitserland. Het land waar we ooit gewoond hebben en hoewel die periode fors terug ligt, en er hopelijk toch veel verandert is, blijft de omgeving prachtig. Daaraan is hopelijk niet veel verandert. Het zicht op de bergrug in de Jura, vanuit ons appartement op de 5e verdieping, was/is echt prachtig en als je het onweer vanuit Frankrijk op je af zag komen was er geen mooiere plek ter wereld dan ons balkon. Buitengewoon mooi gezicht om al die vorken van de lichtflitsen alle kanten op te zien schieten. Het uitzicht was bij mooi weer ook buitengewoon en toch, na een tijdje werd het gewoon. Wat dat is in de menselijke geest weet ik niet maar het zal te maken hebben met het aanpassingsvermogen.Als je dagelijkse dingen altijd als bijzonder blijft waarderen dan wordt het leven te lastig. Het moet op een gegeven moment weer gewoon worden. Terwijl we een beetje hekel hebben aan gewoon en zeker als je voor gewoon versleten wordt. Niet dat ik daar veel last van heb. Voor gewoon wordt ik niet snel versleten en zeker niet na vandaag waar ik, via collega Karin, van familie van een cliënt een enorme veer in mijn achterste gestoken krijg. Dat voelt dan niet meer als gewoon en voorlopig kan ik het daar mee doen. Niet dat ik er, voor mijn gevoel veel bijzonders heb gedaan maar voor die familie was het blijkbaar meer dan gewoon. Daarmee wil ik maar zeggen dat; hoe gewoon mijn werk ook is, door “gewoon” te blijven kan je toch een verschil maken.