Vandaag weer even teruggekeerd naar de oude liefde, naar de stad waar we zouden hebben kunnen wonen, maar het niet doen. Waar het andere Klinkertje en ik ons wel thuis voelen, waar het altijd weer vertrouwd voelt ondanks de enorme veranderingen in het stationsgebied. Waar we moesten zijn was in het centrum en daardoor handig om te parkeren onder het station waar een gigantische parkeergarage is tegenwoordig. Wat een enorme bak en wat zullen daar veel zand hebben moeten weggraven schiet onwillekeurig door mijn hoofd. Een enorme parkeergarage voor
zo’n 1000 auto’s en gelooft u mij, dat zijn er veel. Eenmaal binnen een plekje gevonden, en de weg weer eruit om naar het centrum te wandelen staan we op de bocht waar je naar het Roermondsplein ( vroeger “het Nieuwe Plein”) kijkt richting de stad.
Vertrouwd en op zijn eigen manier ook heel mooi. Ik draai me bij het voetgangerslicht 180 graden om en kijk weer richting het station en ik herken echt helemaal niets meer.
Geen landmark of iets anders waardoor ik me kan positioneren, alleen aan de linkerkant is Hotel Haarhuis, als altijd maar ik wordt er niet meer wijzer van.. We steken over
en lopen richting de Korenmarkt door in de richting van het Willemsplein te lopen en dan het straatje in naar de Korenmarkt. Was Luxor altijd al zo’n majestueus gebouw of zie ik het nu pas? Ik weet het niet en later blijkt het andere Klinkertje het niet te hebben opgemerkt. De Korenmarkt oplopend zie ik aan de rechterkant dat de Tapperij dicht is, er wordt verbouwd ( door een andere eigenaar of pachter?). Dan op het plein zelf is het vol, vol met terrasjes die het plein nu helemaal in beslag hebben genomen. Het ziet er toch merkwaardig uit. Een groot terras met aan de zijkanten wat kroegen van allerlei soort en wat restaurant’s. De mooie kleine bioscoop (Scene) is verdwenen en huisvest nu iets onduidelijks.
De oude pub op de Korenmarkt heeft het ook niet overleefd en er zit een andere bar in, die ook iets Brits moet voorstellen. Wij gaan echter linksaf in de richting van de Jansplaats waar we tot onze verrassing zien dat het eerder zo rustige straatje nu veel horeca heeft gehuisvest. Het ziet er levendig uit en de mensen hebben goeie zin, mooi weer, vakantietijd en lekker op een ter
rasje op een mooie plek, lekker kijken en bekeken worden. Er hangt een mooie sfeer en ik geniet. Even later gezeten met de rest van het gezelschap in een restaurant wat de geur en de atmosfeer van Havana op Cuba moet uitstralen en het dat gek genoeg ook doet, mijmer ik nog wat in gedachten na over deze stad. Ook over dit restaurant en de vele andere die er zijn geweest en zullen komen.
Indertijd was er een Israëli ( of een Palestijn) die aan de Hommelseweg een zaakje opende dat Broodje Tel Aviv heette. Hij serveerde er de, voor mij, eerste broodjes Shoarma, Eind jaren zeventig was dat een rariteit evenals een Pakistaans, een Iraans en een Armeens restaurant. In alle soorten en maten waren ze er al in die tijd.
Het komt en gaat en dat is maar goed ook, wat een variëteit aan mensen en eten, mooi vind ik dat al is dat niet altijd even populair om te vinden dezer dagen. Het kan me niet zoveel meer schelen wat het Gesundenes Volksempfinden daarvan vindt. Het is een zegen voor ons land, en altijd
geweest, dat er veel nieuwe culturen binnen komen wandelen. Zo ook deze , misschien van Cubaanse afkomst zijnde restaurateur, een mooie zaak. Prachtig aangekleed voor de doelgroep, goed en lekker eten en een goede atmosfeer. U weet natuurlijk dat goed gezelschap de voorwaarde is om lekker te eten en dus zegt dat genoeg over het gezelschap aan tafel. Onze oudste en echtgenoot trakteerde de oma’s en opa’s voor het oppassen en het begint een leuke traditie te worden. Nu een keer in de stad die ons na aan het hart ligt en daarmee kon de avond al niet meer stuk. Erg bedankt voor het eten en erg bedankt omdat het juist op die, voor ons, belangrijke plek was