Half jaar en verder

De ervaringen van opa beginnen zich op te hopen, wat maak je veel mee. Alle onzekerheden die je ook met je eigen kinderen hebt komen terug in je geheugen. Wat zou hij bedoelen, als ie toch maar eens praten kon, wat zou ie zeggen. Hoe doen we dat ook weer met eten, slapen, spelen, kortom met de rust, reinheid en regelmaat. Hoe ging dat ook allemaal alweer. Voor ik het in de gaten heb is een patroon opgebouwd wat voor een deel doet denken aan de tijd met de eigen kinderen.

Nu, met de kleinkinderen, is het niet veel anders, alhoewel, alhoewel. Kleinkinderen zijn anders dan eigen kinderen, dat besef moet nu en dan doordringen want het voelt niet zo. Het is vertrouwd en het voelt niet anders dan de eigen kinderen. Het grote verschil is natuurlijk dat ze op een goed moment weer meegaan naar eigen huis. Naar hun eigen vertrouwde omgeving, het eigen bedje en de vertrouwde geluidjes van de eigen slaapkamer.

Eigen, thuis, vertrouwd, op vertrouwen kunnen. Sleutelwoorden in het bestaan van de kleinkinderen. Ze groeien op in een vertrouwde omgeving, met mensen die van ze houden om wie ze zijn. Met ze spelen, heerlijk, gekke geluiden maken, dingen voordoen. Ze beginnen langzaam meer motoriek te ontwikkelen, dus eigen fles vasthouden, even kort aan de tafel staan en proberen de knieën eronder te krijgen om te gaan kruipen. De wijde wereld in want zo is het. Zodra ze minder afhankelijk van je worden is dat iets om te vieren en om te betreuren. Het is de afhankelijkheid, en het besef dat ze van je afhankelijk zijn wat baby’s zo leuk maakt.

Die volledige overgave aan degene die je verzorgd en die nodig is om op te kunnen groeien in het eerste kleine stukje van je leven, dat maakt dat aan ons verantwoordelijkheidsgevoel wordt geappelleerd en die baby’s, in zijn algemeenheid, zo schattig, leuk, aandoenlijk en, zoals ik maar zeg; om op te vreten zijn, dat laatste is natuurlijk exclusief figuurlijk bedoelt.