Österreich Erleben

Het is een zware en rare maand, september, zoals ik u al aankondigde en dat komt door belangrijke mensen in het leven van het andere Klinkertje en uw schrijver die dan geboren, dan wel overleden zijn. Zo is de 15e september altijd een belangrijke datum voor het andere Klinkertje, en daarmee voor mij. Op 15 september aanstaande is haar vader 103 jaar geleden geboren, en hij was dus mijn schoonvader. Voor het andere Klinkertje , die boeken kan volschrijven over haar vader, was hij, in hun toenmalige thuis in Doetinchem, haar rots in de branding en de stabiele factor in haar leven, een heel belangrijk mens dus. Haar steun en toeverlaat en de man van wie ze de liefde voor de natuur heeft opgepikt. Hij, komende uit Winterswijk, in het uiterste Oosten van de Achterhoek, en daarmee van ons land, was een echte wandelaar, fietser en natuurgenieter en bracht dat ook zijn oudste dochter bij. Zorg en waardering hebben voor alles wat groeit en bloeit, behalve voor dat wat het vernietigen kon ( grondige hekel aan een mooie kever als de Colorado die de oogst in  gevaar bracht).  Een aantal jaren nadat hij overleden was heeft zijn oudste dochter een van zijn lievelingsplekjes in het Winterswijkse landelijke bekendheid gegeven als natuurgebied ( de steengroeve), waar het andere Klinkertje met haar vader kwam te wandelen, maar dat terzijde. Een hele bescheiden, introverte en vriendelijke man, met een ruime kennissenkring in Doetinchem en omgeving en hij was, net als zijn hele familie, klein van stuk. Tevreden met weinig en genietend van de details van het leven. Na een lang leven werken tevreden in de AOW bezig in zijn grootste hobby; de (moes)tuin. En nadat hij in de jaren vijftig een eigen huis had gekocht met een flinke tuin was het elk jaar een triomf als er weer veel groente en aardappels als oogst uit die tuin kwamen. Noodzakelijk ook later in de tijd om alle monden te voeden. Ook toen was het al een hobby om in de tuin te werken maar ook meer noodzaak. Begin jaren 80 van de vorige eeuw hebben we ze meegenomen, naar Oostenrijk, niet wetende dat wij een aantal jaren later in Zwitserland belanden. Mijn schoonouders waren in hun leven nog nooit op vakantie geweest en het had wat voeten in aarde voordat we de reis konden aanvangen. Het andere Klinkertje en ik hadden ons goed voorbereid en hadden aangepaste muziek verzorgd, zowel voor in de auto als op de kamer want de titel kondigde het al aan; we gingen naar Oostenrijk. In onze Toyota stationwagen de boel ingepakt en nadat ik mijn schoonmoeder zo ongeveer in de wagen duwde konden we in alle vroegte vertrekken. Waar heen wisten we nog niet maar wel ongeveer, in de richting van het altijd mooie Oetz zou het gaan. In die tijd ging je nog echt de grens over en hadden dus twee valuta’s bij ons; Duitse Mark en Oostenrijkse Schilling, en de nodige Eurocheques. Wat een gedoe toch, maar goed, rijdende over de Duitse snelwegen vielen ons, en vooral mijn schoonvader, een aantal dingen op waarvan ik de aanwezigheid van redelijk veel maisvelden de meest opvallende vind die ik me weet te herinneren. Nu was het geen prater maar gedurende de autoreis erheen werd het afwisselend heel druk en heel rustig achterin de auto. Hij was toch voor verbazing en verwondering over het landschap en de variëteit erin. Daar kon de man enorm van genieten, en rijdend via Karlsruhe, Stuttgart, Ulm, Kempten, Memmingen, Reutte en Füssen richting het Zuiden werd het weer steeds wat slechter dus toen we uiteindelijk op de Fernpass belanden regende het behoorlijk. Iets wat het gemoed van schoonmoeder behoorlijk beïnvloedde en haar na een mooie rit deed terug verlangen naar het grootstedelijke Doetinchem. Gelukkig ga je van dal naar dal en na de Fernpass werd het weer een stuk beter, tot het in de loop van de week behoorlijk warm werd met 30+, heerlijk weer voor de vakantie dus. Alleen in de auto’s van die tijd nog geen airco dus dat leidde wel tot heen en weertjes over ramen open en dicht om de atmosfeer in de auto nog enigszins te bewaren. In Oetz gezocht naar Zimmer Frei, en gevonden op een hele mooie boerderij die halverwege de berg ligt die als het ware achter Oetz ligt, richting Kühtai. Prachtig uitzicht en je kon er ook nog naar het dorp wandelen. En dan natuurlijk een boerderij, een plek waar hij geboren en getogen is in het rustige Winterswijk, en boerenbedrijven zijn in de aard natuurlijk wel vergelijkbaar. Voor hem ( en ook voor mijn schoonmoeder) was dat al een feest van herkenning, en de plek was natuurlijk onbetaalbaar, echt mooi. Zowel de plek zelf als de kwaliteit van de Zimmer Frei hebben we niet vaak op die manier mee gemaakt. Oetz zelf is een beetje een toeristendorp en hoewel dat anders niet zo ons ding was, en is, kwam het nu prima uit. Een prachtige plek voor veel uitstapjes, en dat hebben dan ook gedaan. Veelal naar plekken waar we zelf al waren geweest, Kaunertal om even met eeuwige sneeuw te kunnen spelen, Innsbruck om “das Goldene Dachl” te kunnen bewonderen, etc. Naar het fort op de weg naar Nauders, de Reschenpass en door naar Italië om de kerk in het meer te bewonderen bij de Reschensee. Het kon mijn schoonvader niet gek genoeg gaan en de eeuwige sneeuw is wel iets wat hem lang is bij gebleven , schat ik. Natuurlijk, de dagen werden onderbroken met de nodige pauzes, met Kaiserbroodjes en koffie, het liefst aan een stroompje of een klein riviertje. Hij vond het geweldig en als een kleine jongen met stenen scherend over het water. Genietend van het moment en de omgeving, en dat zag je ook aan hem. Beetje struinend zo langs een stroompje, een beekje of een klein riviertje was hij in zijn element, in zijn natuurlijke habitat want vroeger, bij hem thuis in het vandaar uit verre Winterswijk lag de boerderij waar hij opgroeide, ook aan een mooie stromende beek. Het was een geweldige week die we ook nog verluchtigd hebben met een rit over de mooiste van allemaal; de Paso di Stelvio, 2757m hoog. Hoger ben ik met een auto nooit geweest. Bovenop de pas, in die tijd, een serie van stalletjes en houten gebouwtjes die allerlei toeristische prullaria verkochten, maar ook petten, en ik heb toen een pet voor hem gekocht die hij de rest van de reis, en er daarna, nog ophield. Terug via Zwitserland en elke avond eten in, zoveel mogelijk hetzelfde restaurant, omdat ze gekookte aardappels hadden op het menu wat hij moest eten vanwege zijn diabetesdieet ( twee maanden na onze vakantie krijgt hij van de internist te horen dat hij een biertje mag drinken en wat ander eten mag hebben, tja, het kan verkeren). In de avond nog een eenmalige gebeurtenis voor het andere Klinkertje en mezelf want schoonmoeder wilde graag naar een Tiroleravond, en zo waren wij daar ook voor het eerst ons leven daar aanwezig, een Tiroleravond, jawel. Na een week hebben we afscheid genomen van de familie Amprosi en terug naar Nederland. Hoe dichter in de buurt van Nederland hoe luider mijn schoonmoeder en hoe stiller mijn schoonvader werd, achterin de auto. Maar goed, ik zal eerlijk zijn; voor mijn schoonvader; de rots in de branding voor het andere Klinkertje in haar jeugd; voor die man deden we het, en met genoegen. En nu hij bijna 103 jaar zou zijn geworden kan ik bijna maar op een manier naar hem terugdenken; een lieve man, een stille genieter.