Het is Pasen 2024, we zijn inmiddels al aanbeland bij de 2e Paasdag en bovendien net de wisseling van winter- naar zomertijd achter de rug. Het weer was weer eens niet om over naar huis te schrijven hoewel de 1e Paasdag nog best wel redelijk verliep. Nu, 2e Paasdag zitten we thuis ook vanwege het weer. Het regent heel licht en het schijnt ergens na de middag te stoppen. Het weer is de laatste tijd nogal onvoorspelbaar en eigenlijk kan je op de dag zelf bepalen of je wat gaat doen, als je buiten moet zijn. Door de klimaatveranderingen lijkt het alsof de computerberekeningen moeite hebben om de veranderingen bij te houden. En dat is waar apps en weervrouwen en mannen hun verwachting op baseren, puur speculatie wat ik hier beweer maar het voelt wel zo. We hebben inmiddels de neiging om ons zo min mogelijk van de weersverwachtingen aan te trekken en in actie te komen als we zelf denken dat het kan, en dat is misschien ook wel zo wijs.
Gisteren waren we nog in onze achtertuin ( de zuidelijke Veluwezoom ) en daar was het wel erg druk. Wij bezoeken dat gebied al veel en veel langer maar sinds de Coronaperiode is de belangstelling voor de natuur wel erg toegenomen. Zo ook gisteren waar het een komen en gaan was op de parkeerplaats inclusief de toegenomen aantallen begeleide excursies waar direct met een man of twintig een natuurgebied wordt betreden. De druk, zo constateert ook Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten begint onaanvaardbaar toe te nemen en daar moet wat aan gebeuren. Nu kan je dat op redelijk korte termijn op ruwweg twee manieren doen en dat is via het heffen van entree en de andere manier is door de natuur uit te breiden met een significant aantal hectaren, bos aan te planten etc. Dat lijkt contradictioneel met het stemgedrag van de Nederlanders die met de laatste verkiezingen gestemd hebben voor partijen die zeker niet voor uitbreiding van natuurgebieden zijn maar is dat de kiezer te verwijten. Vaak, en steeds meer, wordt gekozen op de emotie van het moment, zo leek Omtzigt een nieuwe Messias en blijkt dat in de onderhandelingen niet te zijn, geen voorstander van uitbreiding natuurgebieden, wel behoud. Daar schieten we niet veel mee op gezien de eerder beschreven druk op de bestaande natuurgebieden. De kleinste club in de onderhandeling heeft in haar programma een aantal zaken laten optekenen; dat wetenschappelijk onderzoek niet of slecht wordt uitgevoerd, dat de Oostvaardersplassen wel kunnen worden opgedoekt en dat geeft ruimte voor 100000 woningen en als laatste dat jagen gebruikt moet worden voor beheer van sommige soorten, en u weet wel welke. Daar hebben we dus niets van te verwachten. De 1 mans partij die de grootste is geworden in Nederland heeft het woord natuur twee maal in haar verkiezingsprogramma staan en dan in relatie tot boeren en stikstof ( een verzonnen problematiek, aldus deze partij), ze zijn wel tegen stropen en plezierjacht. Nieuwe natuurgebieden komen er niet in voor. En als laatste de VVD die veel over natuur schrijft in haar programma maar ook natuur wil ontwikkelen in woonwijken (?) , natuur en economie wil verbinden, de Natura 2000 gebieden voor discussie met Brussel wil bespreken en agrarisch natuur ziet als oplossing. Wel veel beschreven maar weinig concreet. Kunnen we de kiezer het kwalijk nemen dat ze hebben gestemd op partijen die het met de natuur niet erg serieus nemen? Het is wel een ondoorzichtige materie en wie van de kiezers leest die partijprogramma’s door. Het zullen er niet heel veel zijn, er zijn andere zaken momenteel blijkbaar belangrijker, tot de kiezer ook aanloopt tegen de druk op natuurgebieden en dan zien of ze er consequenties uit willen trekken, we wachten af.
Als samenvatting van deze opsomming; het geeft weinig hoop op nieuwe natuurgebieden en daarmee hoop op vermindering van toeristische en lokale druk op natuurgebieden. Laten we hopen dat ook deze Paasdagen en haar drukte in de natuurgebieden aan de politiek duidelijk heeft gemaakt dat niet minder, maar meer meer meer natuurgebied zeer gewenst is.