Piroggen

125gr bloem, ½dl water met zout, 1 ei, 25 gr boter of margarine, voor het vulsel: confituren of vlees- of visragoût, eiwit, frituurvet of slaolie.

Klop het ei, voeg er het water met wat zout, de gezeefde bloem en de gesmolten boter of margarine bij. Roer dit deeg op het vuur , tot het als een bal van de pan loslaat. Laat het bekoelen, rol het op een met bloem bestrooide plaat met een met bloem bestoven deegrol tot ½cm dikte uit. Snijd er vierkante lapjes van, waarvan de randen met wat eiwit of water bestreken worden.

Leg in het midden wat confituren of vlees- of visragoût, vouw de lapjes dubbel, plak de randen stevig op elkaar en bak ze in frituurvet of slaolie, waar lichte damp afkomt, lichtbruin en gaar. Laat ze op grauw papier uitdruipen, geeft de zoute piroggen als tussengerecht, de zoete koud, bestrooid met, wat poedersuiker.