“Vandaag ga ik nog verhuizen”, zo meld ma als we binnenkomen. “Dat is mooi ma”. Ze heeft uiteraard nu ook al een kamer, niet zo groot maar wel mooi, het is de logeerkamer en dus voor tijdelijk.
Nu is alles tijdelijk en zo ook de bewoners van dit huis, die gasten worden genoemd. Een mooie kamer op de begane grond is haar deel zo horen we een tijdje later. Anderen komen ook op bezoek bij ma. Het andere Klinkertje en ik laten haar in dat gezelschap achter. We gaan het kleine beetje boedel van ma verhuizen, eerst nog even hard werken en vervolgens de leuke dingen. Voor ons zijn de leuke dingen; lampen op de goede plek neerzetten, wat schilderijen ophangen en zo meer. Hoe langer we bezig zijn, hoe meer het besef tot ons doordringt, dit zijn de laatste dingen die we voor haar kunnen doen.
Dit is haar laatste kamer, verder komt het leven niet meer. Zo komt bij ons ook ineens de realiteit naar binnen. Inmiddels twee en halve week bezig met bezoeken, regelen, huizen en overhuizen. En dan ineens dat besef van, hoe mooi de kamer ook is, het is definitief haar laatste plek.
Bij het overhuizen van het verpleeghuis naar dit huis, en dus naar de logeerkamer zou er tenminste nog één keer worden verhuisd. Een verhuizing naar de definitieve kamer in dit fijne huis. Die laatste verhuizing kwam, zoals alles de laatste weken, heel snel en onverwacht.